Wat de D3 kan leren van ijshockey


Ten tweede mandekking. Je hoeft niet altijd exact te weten waar de bal (lees: puck) is. Je moet vooral weten waar je directe tegenstander is. En als hij dan de puck (lees: bal) krijgt, zit je er direct bovenop. Figuurlijk dan.
Ten derde agressie. En dan bedoel ik niet de knokpartijen op of onder de boarding. Het gaat om de wil om de puck (lees: bal) te veroveren. Om scherper en sneller te willen zijn dan je tegenstander. Zodat de feiten achter jou aan lopen.
Kortom, laten we ons vooral niet sparen. We hebben wissels genoeg. Jan kan met één handbeweging iedere tien minuten een compleet nieuwe op elkaar ingespeelde linie inbrengen. Hoeven we alleen het aanstekelijke orgelmuziekje er nog maar bij te bedenken.
